SMTP, POP en IMAP zijn verschillende protocollen die worden gebruikt voor het ontvangen en versturen van e-mail.
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is een protocol dat wordt gebruikt om e-mail te verzenden vanaf een e-mailclient of server naar een andere e-mailserver. Het wordt voornamelijk gebruikt voor uitgaande e-mail. SMTP is een push-protocol, wat betekent dat zodra de e-mail wordt verzonden, deze direct naar de ontvanger wordt gestuurd.
POP (Post Office Protocol) is een protocol dat wordt gebruikt om e-mails van een e-mailserver naar een e-mailclient te downloaden. POP downloadt normaal gesproken de e-mails van de server naar de computer van de gebruiker en verwijdert ze vervolgens van de server. Hierdoor is het mogelijk dat de e-mails alleen op één apparaat kunnen worden bekeken, tenzij er specifieke instellingen worden gebruikt om een ??kopie van de e-mails op de server achter te laten.
IMAP (Internet Message Access Protocol) is een protocol dat ook wordt gebruikt om e-mails van een e-mailserver naar een e-mailclient te downloaden. In tegenstelling tot POP blijven e-mails bij het gebruik van IMAP op de mailserver staan, zodat ze vanaf meerdere apparaten kunnen worden bekeken. IMAP is een meer geavanceerd protocol dat functies biedt zoals het synchroniseren van mappen, het markeren van e-mails als gelezen of ongelezen en het beheren van meerdere e-mailaccounts op één plaats.
In het kort komt het neer op het volgende: